Met haar 25 jaar in het onderwijs is Marsha (48) een ervaren leerkracht. In de loop der jaren heeft ze het onderwijs in Amsterdam zien veranderen. Indirect heeft dat er ook voor gezorgd dat Marsha het vast dienstverband heeft dat ze nu heeft: elk jaar wisselt de Amsterdamse heel bewust van school. Elk jaar een nieuwe klas om te begeleiden. Elk jaar een nieuw avontuur.
Marsha, wat was 25 jaar geleden jouw drijfveer om voor het onderwijs te kiezen?
“Nou, toen ik begon aan de pabo, wist ik nog niet zeker of ik het onderwijs wel in wilde gaan. Maar eenmaal aan het einde van de opleiding had ik toch zoiets van ‘ja, ik vind het toch wel echt heel erg leuk om kinderen iets bij te brengen. De energie die kinderen met zich meebrengen, de unieke blik op de wereld. Het is heel eervol dat ik een deel kan uitmaken van het leven en van de ontwikkeling van kinderen. Ik heb zelf als kind een hele fijne tijd gehad op een Montessorischool dus als leerkracht wilde ik ook graag op zo’n school werken. En dat is 25 jaar later eigenlijk nog steeds zo.”
Maar je kiest elk jaar voor een andere school. Kan je dat uitleggen?
“Via A’DAM Onderwijs kan je er ook voor kiezen om hele korte periodes op een school te werken. Bijvoorbeeld een dag of een aantal weken. Ik vind het fijn om een langere tijd te blijven, minimaal een schooljaar. Dus ik start het jaar en ik eindig het jaar met een klas. De reden waarom ik daarna van school wissel, is omdat ik van het dynamische houd. Ik vind het leuk om nieuwe scholen en nieuwe systemen te ontdekken. Maar ook nieuwe wijken in Amsterdam te leren kennen. Want elke wijk in deze stad is anders. Het zijn eigenlijk allemaal een soort dorpjes. Die vrijheid om elk jaar van ‘baan’ te veranderen is me dierbaar.”
En waarom die periode van een jaar?
“Omdat ik op deze manier echt een band kan opbouwen met de kinderen en dat vind ik heel belangrijk. Ik hecht veel waarde aan een goede sfeer met elkaar. En om die band met elkaar op te bouwen, heb je tijd nodig. Dat lukt nu eenmaal minder goed in een maand. Of drie maanden. Ook voor kinderen is het belangrijk dat er een bepaalde consistentie is. En dat krijg je door met elkaar te starten en met elkaar te eindigen. Kijk, eigenlijk wil ik dat mijn klas een soort familie wordt. Waar we elkaar helpen.”
Hoe vorm je zo’n familie in de klas?
“Heel veel gesprekken voeren met de kinderen. Ik heb de middenbouw op een Montessorischool, dat zijn groep 3, 4 en 5. En we besteden veel aandacht aan de groepsdynamiek in de klas. Kinderen hebben een maatje waarmee ze lezen. Van elkaar zien is van elkaar leren. Dus we stimuleren het om hulp te vragen aan je maatje. En gewenst gedrag belonen we met positieve feedback, dat is ook belangrijk. Laatst had een kind een tekening gemaakt en dan komt er een jonger kind bijstaan en zegt: ‘Dat heb je mooi getekend. Knap, hoor.’ En dat was echt oprecht. Dan benoem ik dat want ik vind dat gedrag heel waardevol. Maar we ruimen ook samen op. En helpen elkaar. Als er iets bij iemand valt, snellen andere kinderen ernaartoe om te helpen. Dus echt het sociale gedeelte, dat geef ik extra aandacht.”
Hoe zie jij jouw toekomst In het Amsterdamse onderwijs?
Nou ja, Ik heb het heel erg naar mijn zin bij A’DAM Onderwijs. Juist omdat het zo flexibel is. Dus ik zie mezelf nog wel voor langere tijd hier werken. Nu met het lerarentekort word ik natuurlijk af en toe gevraagd of ik toch niet langer dan een jaar wil blijven. Maar weet je, er is ook wel weer een andere klas die die geen leerkracht heeft, waar ik misschien toch iets kan betekenen voor een jaar. En soms is het lastig, hoor. Want je bouwt een band op met een klas. En soms heb je het ergens echt supergoed naar je zin. Dan is die keuze om weer verder te gaan echt niet altijd eenvoudig. Maar als je het goed afrondt, dan is het ook goed. We hebben nu alles met elkaar meegemaakt in een jaar. En op een nieuwe school zijn altijd weer kinderen die ook heel leuk zijn. Dus ik blijf dit nog wel een tijdje zo doen.”
Terug naar het overzicht
